In de media

 

NVRT lid Laura Daggers-de Koning in gesprek met Pim van Lommel, cardioloog, mede-oprichter van Stichting Merkawah, onderzoeker van het verschijnsel BDE en auteur van het boek ‘Eindeloos bewustzijn’.
Ondermeer wordt hem gevraagd naar de overeenkomsten zoals hij die ziet tussen RT en BDE.

U hebt een uitspraak in uw boek “Eindeloos bewustzijn”, die luidt:
‘De waarheid hangt af van het standpunt van waaruit je het bekijkt’.
Wat is uw standpunt betreffende reïncarnatie?

Dat weet ik niet zeker. Ik krijg altijd veel vragen over wat reïncarnatie is. Ik weet dat in verschillende culturen, het Hindoeïsme, het Boed­dhisme en in het heel oude christendom er sprake was van reïncar­natie. Ik weet niet precies wát of wie er opnieuw incarneert.
Als er sprake is van een eindeloos bewustzijn, dan houdt dat in dat die hogere non-lokale vorm, voor de geboorte en na de dood van het fysieke lichaam er altijd al was. En dan is de vraag: wat gebeurt er met het bewustzijn. Komt dat nog terug ja of nee. Er zijn heel veel mensen die aangeven dat het feit dat ze contact kunnen hebben met gevoelens en gedachten van iemand die in het verleden heeft geleefd, dat als een bewijs voor reïncarnatie zien. Ian Stevenson heeft veel onderzoek gedaan, onder andere met mensen die met fysieke afwijkingen geboren werden.
Dat waren meestal kinderen onder de vier, vijf jaar, waarvan een hoog percentage een plotselinge gewelddadige dood heeft meegemaakt.

Klopt, dan hebben ze nog een duidelijk litteken van de speer of de kogel – in de reïncarnatietherapiebekend als birthmark – en dat verdwijnt dan na een sessie. Zowel Tasso als de SRN adviseren zijn boeken te lezen.
Dat weet ik niet, dat zou kunnen. En hebben ze daar ook foto’s van laten zien?

Nee dat niet. Maar ik sluit niets uit. Het is niet de gewoonte van reïncarnatietherapeuten om een foto van een client’s probleem te maken. In ieder geval is dat niet onze werkwijze.
Ik ben altijd kritisch naar mezelf en anderen voordat ik iets aanneem. Dan zou ik graag foto’s als bewijs in handen hebben. Maar ik sta open voor alles. De meeste spontane reïncarnatieverhalen zijn van een gewelddadige dood, ook zónder de lichamelijke kenmerken.
Ian Stevenson controleerde die verhalen stapsgewijs en heel zorgvuldig, door naar de familie van het betreffende kind toe te gaan. Om na te gaan of het kind daar destijds leefde en woonde en met wie. De verhalen kwamen voor ruim 90% overeen. Verwonderlijk vind ik.

Ja, Stevenson was een integere man. Hij nam niet elk verhaal voor wáárheid aan, daar had hij een lijst met strenge eisen voor.
Klopt. Hij geeft dus als conclusie van zijn levenswerk: ‘Ik heb niet wetenschappelijk bewezen dat reïncarnatie bestaat, maar ik vind het uíterst waarschijnlijk’.
Ik vind dat een heel wijze uitspraak. Dat probeer ik ook in mijn boek duidelijk te maken. Heel waarschijnlijk is, dat het ánders is dan we altijd hebben gedacht. Maar het is nooit wetenschappelijk te bewijzen.
Bij het concept reïncarnatie kun je je afvragen: “Wat reïncarneert?” Kom jij met je persoonlijkheid of met je ego terug? Of is het iets anders van een hoger groter geheel? Is het iets wat aspecten wel of niet terugbrengt in een lichaam?
Als je de concepten van C.G. Jung neemt, die zegt dat je naast je ego met je waakbewustzijn ook een individu bent. Dat je ook een hoger wezen bent dat intensief verband houdt met je persoonlijkheid zoals je hier nu op aarde bent. En dan als Hoger individu waarschijnlijk steeds aspecten opnieuw in een lichaam laat leven. Dan krijg je waarschijnlijk een ander concept dan dat je als persoon weer terugkomt.

Meestal noemen wij dat Hoger Zelf de ziel. En de persoonlijkheid van dit leven nú, houdt de ontwikkeling van de ziel tegen.
Ja, wat de één de ziel noemt, noemt de ander het Zelf, of het Hogere Zelf. Weer een nder noemt het individu, het ondeelbare of het Hogere. Als je dat concept hebt dan kun je daarmee werken. Aan de andere kant kun je zeggen, dat áls het bewustzijn blijft bestaan én de persoonlijke aspecten, dat die in het grotere geheel opgenomen worden en bewaard blijven, in het collectieve.
De mensen die een BDE hadden, ontdekten in hun levensterugblik dat elke gedachte die ze ooit hadden, bewaard is gebleven. Ze voelden het effect op zichzelf én de ander. Ze zeggen dat ze met alwetende ogen zagen. En wisten van iedereen die bij de gebeurtenis betrokken was, wat ze voelden en wat ze dachten.
Tijdens een BDE-ervaring is die energie en informatie állemaal toegankelijk, vanwege de verhoogde gevoeligheid waarin ze verkeren.
Er zijn ook mensen die een postmortale ervaring hebben. Die zijn dan in contact met de overledene, dagen, weken of maanden na diens overlijden. Het kan een gevóel zijn, of een zien, een horen of zelfs een geur. Ze kunnen het nauwelijks uitleggen, maar het is een intensief, innerlijk weten. Het is een subjectieve gebeurtenis, maar mét een innerlijk wéten. Dat betekent dat er iets is, dat altijd bewaard gebleven én toegankelijk is.
Je kunt je afvragen of je in een sessie of onder hypnose in contact komt met iemand die vroeger heeft geleefd, met gedachten en gevoelens. Ben je dat dan zélf of een aspect van jezelf?
Wat ik weet vanuit het onderzoek van BDE’s, is dat álles wat een mens heeft gedacht gezegd en gedaan is bewaard gebleven met effect op zichzelf en de ander. Dat blijkt toegankelijk voor mensen met een verhoogde intuïtieve gevoeligheid. Hetzelfde geldt voor mensen met peri- en postmortale ervaringen. Zoiets ís er. Maar het exacte verklaringsmodel? Dat weet ik niet zo zeker.

Wat maakt volgens u dat reïncarnatietherapie zo snel en effectief werkt?
Dat weet ik ook niet. Ik denk dat het toch te maken heeft met dat je tijdens de sessie in een hypnagogiestaat bent. Dat je waakbewustzijn is uitgeschakeld, waardoor je rechtstreeks toegankelijker bent tot het andere bewustzijn. Zoals Edgar Cayce die toepaste, een soort slaaptoestand met een helder bewustzijn.

NVRT collega Laura Daggers in gesprek met Pim van Lommel, cardioloogEn in hoeverre je dat zélf bent of dat je contact hebt met de energie van andere mensen. Dat weet ik niet.
In mijn boek staat dat tijdens een BDE mensen hun dierbaren, hun verwanten ontmoeten. Waarschijnlijk omdat er een band mee is. Een enkele keer een onbekende, die blijkt dan een voor hun geboorte overleden – biologische – vader te zijn. De exacte verklaring heb ik niet, het ís er.

Ja, dat van die biologische vader komen wij in een sessie soms ook tegen.
Hebt u zelf wel eens, in dromen, onrealistische beelden?
Nee, ik weet me de dromen zelden of niet te herinneren. Er zijn mensen die gaan trainen met een papiertje naast hun bed, en dat direct opschrijven bij het wakker worden.

En hebt u wel eens een postmortaal contact gehad?
Nee, ik heb nooit iets meegemaakt van een contact met een verruimd bewustzijn. Máár ik voel mensen aan en dat is meer een innerlijk weten. Ook met patiënten. Intuïtief wist ik met twee vragen altijd tot de kern te komen. Er zit iéts wat ik aanvoel, maar wat ik niet onder woorden kan brengen.

Nou dat is fijn dat u dat meegekregen hebt, want ik heb een vriendin die kreeg zulke rare antwoorden van haar cardioloog, dat ik me afvroeg of hij haar nou béter of zieker maakte, met zijn opmerkingen.
Lacht. Dat weet ik, elk mens is anders. Er zijn mensen met intuïtie die in één of twee vragen precies weten waar het om gaat en aan de hand daarvan de diagnose stellen. Dan moet je later wel weer uitwerken of dát wat je voelde ook klopt.

Hebben uw intuïtieve gevoelens ermee te maken dat u de patiëntencasussen bent gaan documenteren?
Nee, ten eerste werd ik ontzettend geraakt door de mensen die bij me kwamen met een BDE. Ik voel mensen ín en leef met ze mee. Hun openheid en emotionaliteit kan ik heel goed aanvoelen. Mijn wetenschappelijke nieuwsgierigheid, naast het feit dat ik geraakt was door al die mensen die mij hun BDE-ervaring vertelden, dát was de aanleiding.
Hun verhalen heb ik eerst in een studie, en uiteindelijk in mijn boek “Eindeloos bewustzijn” verwerkt.
Vooral ook omdat ik het niet kon verkláren, wekte het mijn nieuwsgierigheid. Het is volgens de huidige wetenschap volstrekt onmogelijk om een zeer helder bewustzijn te ervaren als er een vlak EEG is. Dat kán niet.

Twee in één eigenlijk?
Ja zeker, mijn nieuwsgierigheid en mijn intuïtieve gevoel samen.

Hans ten Dam, de grondlegger van reïncarnatietherapie in Nederland, vraagt zich af of er mensen zijn, die een BDE gehad hebben en daardoor minder gegrond of geaard zijn.
(Stellig) Jááá, zeker. Het is heel vaak dat mensen dus enorme heimweegevoelens houden, depressief worden en zich niet helemaal lekker meer voelen in hun lichaam. Mensen die aura’s zien of chakra’s zien, zeggen dat het kruinchakra heel erg openstaat, en dat ze problemen met aarden hebben. De inhoud van een BDE kan heel mooi zijn, maar intrapsychisch, het weer móeten zijn in dat lichaam, het accepteren voor jezelf van die overweldigende ervaring en het feit dat je het niet kunt delen, dát is de andere kant. Dat geeft trauma, depressieve- en heimweegevoelens.
Maar ook interpsychisch is er de problematiek met de omgeving, die het niet accepteert dat je zo anders bent geworden.
Dat is een lang intensief proces dat duurt tot je in staat bent het te integreren, te accepteren en ernaar te gaan léven. Leven naar je nieuwe inzichten dat kost tien, twintig soms dertig jaren of meer. Een heel proces dus.

De bevriende collega, kinderarts Melvin Morse uit de stad Seattle, Washington, die ook boeken geschreven heeft over BDE’s, vertelde dat hij bij een geheim genootschap hoorde. En ’s nachts opgebeld werd door collega’s die op het werk hierover niet konden praten. Is zo iets ook bij u gebeurd?
Welnee, daar heb ik helemaal níks mee, met dit soort berichten. Ik heb er zelfs moeite mee om dit te geloven.

Wat bedoelt u met ‘dit soort berichten’?
Nou, dat je een geheim genootschap hebt en elkaar ’s nachts belt om dingen mee te delen.

Twee jaar geleden was uw eerste druk van “Eindeloos bewustzijn”. Is er iets dat u momenteel anders zou verwoorden of zou benaderen?
De hóófdlijn blijft volstrekt gelijk. Er zijn nu ruim 125.000 boeken verkocht, en we zitten in de vijftiende druk. Elke keer heb ik kleine dingen aangepast, nieuwe literatuur en citaten erbij geschreven. Dus elke druk is weer nét een beetje anders. Bijvoorbeeld de ideeën over hersendood, en wát gebeurt er als het hart stilstaat. Dat een vlak EEG ook een criterium is voor hersendood voor orgaantransplantatie. Critici beweren dat er misschien bij een vlak EEG nog sprake kan zijn van enige niet-meetbare activiteit diep in de hersenen.
Als je bij een hersendoodcriterium de organen eruit neemt dan heb je het niet over meet-activiteiten. Maar als je het over een BDE hebt, dan heb je het daar wél over. Dat soort criterium bedoel ik.
Ook heb ik het recent verschenen boek van Alva Noë erbij gevoegd: ‘Out of Our Heads: Why You Are Not Your Brain and Other Lessons from the Biology of Conscious­ness’.

Als reïncarnatietherapeut kom ik regelmatig in een situatie waarin mensen lacherig reageren. Het beroep ridiculiseren en zelfs ronduit vijandig naar mij worden.
Krijgt u ook met dit soort houdingen te maken?
Als mensen positief zijn, dan zegt dat iets over die mensen en als mensen negatief zijn zegt dat ook iets over ze.
Het is zo, dat ze namelijk over hetzélfde onderwerp praten.
Over mijn boeken zijn veel mensen positief, en enkele negatief.
Ik denk dat een negatieve houding voorkomt bij mensen die bewust niks van het fenomeen BDE willen weten. Deze mensen kennen geen nieuwsgierigheid, voor mij is dit bewust gekozen onwetendheid.
In de wetenschap bestaat reïncarnatie niet, dús is het belachelijk. Het is ook omdat het niet past in het wereldbeeld van het wetenschappelijke, materialistische en reductionistische paradigma.
De mensen die vooroordelen over reïncarnatie hebben, hebben dat waarschijnlijk ook over BDE’s.

Zoals de neuroloog Dick Swaab laatst in de KRO-gids schreef, “Bij van Lommel is het alsof je praat met iemand die fundamentalistisch bekeerd lijkt en zijn ideeën niet laat beïnvloeden door wat dan ook”.
Hij heeft dus problemen met mij, hij blijft steeds maar over mij schrijven en praten. Het zegt méér over hem dan over mij. Ooit schreef hij een negatief artikel in het NRC over mij, waarover iedereen nog vragen blijft stellen.

Kan het zijn dat hij de materie niet begrijpt? Dat het niet past in zijn leef- en denkpatroon.
Precies, dus dan wordt hij boos en geïrriteerd en dan gaat hij schelden op de persoon en wordt agressief.

Is er misschien een speciale gebeurtenis waarover u iets wilt vertellen? Of iets over de tijd dat u als cardioloog werkte?
Stilte. Nee, ik denk dat het belangrijkste is dat je merkt dat sinds de publicatie van het artikel in “The Lancet” en nu sinds de publicatie van mijn boek “Eindeloos bewustzijn”, het taboe over BDE’s steeds minder wordt. Je merkt dat mensen er in het openbaar over durven praten, ook over postnatale ervaringen.
Bij mijn lezingen vertellen de mensen mij hun verhaal. Het taboe wordt geleidelijk aan doorbroken. Het is een langzaam maar zeker proces. Maar het gebéurt wel. En éigenlijk vind ik dat heel mooi! En dát zijn allemáál speciale gebeurtenissen voor mij.

Ja, daarin bent u toch wel één van de meest toonaangevende mensen van Nederland.
De verhalen van mensen over hun BDE zijn vaak ingrijpende, indrukwekkende gebeurtenissen. Ik denk dat mijn boek de mensen daarbij heeft geholpen, ja.

Zeker weten dat uw boek de mensen geholpen heeft.
Door de BDE’s van uw patiënten serieus te nemen en hun verhalen in uw boek “Eindeloos bewustzijn” te publiceren, is het u gelukt – dát wat al die mensen destijds niet durfden of móchten zeggen – voor een steeds groter publiek bespreekbaar te maken.
Op diezelfde lijn zit ook Hans ten Dam die reïncarnatie- en regressietherapie in Nederland op de kaart heeft gezet, waardoor ook al veel mensen geholpen zijn.
Hebt u zelf wel eens een reïncarnatie/regressiesessie ondergaan?
Nee, mijn zoektocht gaat niet die kant op. Ik ben tevreden met wat ik nú doe. Daar komt al veel bij kijken. Mijn boek is recent in Duitsland uitgebracht, verschijnt binnenkort in Polen, en volgende zomer komt de Engelse vertaling uit, waarna nog veel vertalingen en lezingen zullen volgen.
In de tiende druk van mijn boek staat op blz. 328 het volgende over mijn visie op reïncarnatie.
“Veel mensen die een BDE hebben gehad blijken hierdoor open te staan voor de mogelijkheid van reïncarnatie. Herinneringen aan een vorig leven zijn te verklaren met het idee van een non-lokaal bewustzijn, omdat het volgens deze visie mogelijk is non-lokaal in verbinding te staan met het bewustzijn van iemand die is overleden, en dus al eerder heeft geleefd. Dit is ook een verklaring voor het ontmoeten van overleden personen tijdens een BDE, of peri- en postmortale ervaringen. Volgens sommigen is deze mogelijkheid van contact een bewijs voor reïncarnatie, voor mij is het eerder een aanwijzing voor het non-lokale aspect van het eindeloze bewustzijn.
Dit sluit echter de mogelijkheid van reïncarnatie van een of meer aspecten van een non-lokaal bewustzijn met als gevolg herinneringen aan een eerder leven niet uit. Ik ben terughoudend te geloven dat iemand met zijn gehele persoonlijkheid, die samenhangt met zijn huidige individualiteit of ego, later opnieuw in een lichaam komt. Maar ik ben er langzamerhand wel van overtuigd dat herinneringen aan een eerder leven mogelijk zijn.
Dank u wel voor dit telefonische gesprek.
voor meer informatie:
www.pimvanlommel.nl

www.merkawah.nl

Gepubliceerd in het kwartaalblad van de beroepsvereniging NVRT’s MEMOrie 1-2010

Sinds januari 2016 ben ik geen lid van de NVRT meer.