Op weg naar de aarde

Op weg naar de aarde 

       “Zoon”

O kleine vreemdeling, mijn zoon
zoals je van de heuvel holt
met wind en zonlicht in je haar
alsof je uit de hemel komt,
zoals het trouwens is.
Lichtjaren ver van hiervandaan,
God, voor dit ene ogenblik
heb ik misschien een leven lang
bestaan. Ik steek mijn armen uit.
Wat houdt een mens nog over van
het licht waaruit hij is ontstaan.
regressietherapie
Pas op, je valt. Het doet geen zeer,
een kind is zoveel dichterbij
de aarde dan de grote mensen.
En bij de hemel zo dichtbij,
hij komt er nog maar net vandaan.
Als ik vanavond bij je kom
dan lig je zo warm toegedekt
en ademt met het ademen
Van aarde en van duisternis.
Jij bent mijn kleine zoon van mij
en ik je vader leef voor jou
één leven dichter bij de dood.
Jan Willem Schulte Nordholt
Uit: “Een lichaam van aarde en licht”,
Bert Bakker/Daamen, Den Haag