Gevoeligheid voor obsessie heeft met ons zelfbeeld te maken.
Obsessieve energie heeft altijd verwantschap met een energie van onszelf. Meestal iets waaraan we in dit leven willen werken. Als we sterk in onze schoenen staan en daardoor goed in ons lichaam aanwezig zijn, kan er van buitenaf niets permanent bij ons binnenkomen. Er is altijd een contract tussen de gastpersoon en de obsessieve energie. Je zou kunnen zeggen dat het ‘’ons eigen doel’’ dient, qua aardse leerschool. In relaties, waarin sprake is van bezitterigheid, gebeurt dit jezelf weggeven regelmatig.
Angst en verdriet geven de obsessie een ingang.
De obsessor die ik tegenkwam bij mijn kleinkind van tien, is nuchter en ruim gezien niet de kwaadaardige soort. Omdat het kind al een tijd onverklaarbaar moe en chagrijnig was, dacht zijn moeder aan de prepuberteit. Op een avond toen hij niet slapen kon en erg moe en verdrietig was, kwam ik een onschuldige obsessor tegen. Het was een vrouwelijke zwerver, die onderdak en warmte zocht. Dit aanhaken gebeurt als je down, angstig of verdrietig bent. Zodoende vult een even passieve gelijkgestemde zwerfenergie van buitenaf die leegte bij jou op.
De obsessieve energieën gebruiken de energie van de gastpersoon.
Daar moet je dan wel weer een stuk van jouw eigenheid voor inleveren. Door te ontdekken wat niet-eigen-energie is leren we wie wij zelf zijn, en een obsessor is niet-eigen-energie. Je kunt er maar beter vroeg bij zijn. Soms zitten ze in het huidige leven nog van een vorig leven. Zo verhuizen sommige obsessoren met elke incarnatie steeds mee. In therapie ontdekte ik bij een 70jarige man dat hij nog steeds de obsessor bij zich droeg. Die destijds bij zijn daderleven als gladiator aanhaakte. In zijn vorig leven had hij als gladiator een collega invalide geslagen. Die was hem zo erg gaan haten, dat die haat en wraak reïncarnaties lang met hem meeging. Steeds voelbaar. Zoals koude wind in zijn nek, of gevoelens dat hij achtervolgd werd.
Tijdens de sessie konden we zijn obsessor duidelijk maken dat hij allang dood was en hij terug naar zijn ziel kon.
Meestal wil zo’n obsessor niet, want haat is namelijk subjectief. Voedend. Na een uurtje kwam de obsessor tot het inzicht dat het beter was om vrede dan wraak en haat te voelen. Hij ging terug naar zijn eigen ziel, zodat hij zich verder kon ontwikkelen. Opgelucht verliet mijn cliënt verliet de kamer.
Reïncarnatietherapie is een inzichtgevende therapie, waardoor je je levenslust weer terugkrijgt.
“Ongenode gasten” boek van Pieter Wierenga over indringers in de menselijke geest. Praktijkvoorbeelden uit regressie en reïncarnatietherapie. Hans ten Dams quote over dit boek; “Voor vrije geesten die niet bang zijn om te verdwalen, is dit boek een aanrader.
Heb je heel begrijpelijk beschreven en het is een prachtige website.
Ik zie zojuist dat je gereageerd hebt. Dank voor je reactie en je compliment Wilma 🙂
Duidelijk geschreven Laura.
Ik ga dat boek vast lezen.
Ben ook benieuwd hoe jij als therapeut te werk gaat.
Groeten
Rienje
Heel erg interessant, zijn deze obsessors met 1 keer regressie therapie te “helpen”? en kunnen deze ook bepaalde ziektebeelden/ het zij stemmingen als angst e.d veroorzaken?
Ai, ik zie je opmerking nu pas Iris.
Ik wil je graag een antwoord geven via de telefoon.
Omdat het best persoonlijk is.